< 1 pagina terugbladeren
Broer en zus Op een dag kwam de vrouw tot de ontdekking dat kalende mannen inderdaad betere minnaars zijn. Dus ging ze naar de bibliotheek om uit te zoeken hoe dat komt: androgeen hormoon, dat `regressie van het hoofdhaar' veroorzaakt en tegelijkertijd voor `groei van lichaamsbeharing' zorgt (ze ging in gedachten over het lichaam van haar minnaar, maar hield daar snel mee op: ze was tenslotte in een bibliotheek), verhoogt ook de seksuele lusten van de man en zijn `niveau van functioneren'. De vrouw glimlachte verstolen terwijl ze de encyclopedie terugschoof op de plank, en onmerkbaar de boeken met haar lichaam streelde, haar borsten hard tegen de leren banden wreef. De vrouw en haar minnaar spraken nooit over hun relatie. Hij wist haar achternaam, telefoonnummer en huisadres niet. Ze schreef hem verfijnde, beschilderde, erotische Japanse kaarten zonder afzender erop. De vrouw had de touwtjes in handen. Ze streek met haar handen over haar zij, stopte bij haar middel, streelde de zachte welvingen van haar heupen. Het lichaam in de spiegel was veranderd; strakker, het gloeide onder haar strelingen. De vrouw legde haar handen op haar borsten, miste haar minnaar en fantaseerde dat zijn handen met haar tepels speelden. Er steeg stoom uit het wafelijzer toen het deksel dichtging. Ze keek hoe de wolk opsteeg en in
de frisse ochtendlucht oploste. Daarna liep ze naar de telefoon en belde haar minnaar. `Hoi,' zei ze toen hij de telefoon opnam. `Heb je tijd om te gaan lunchen?' Ze bedreven de liefde, hij naakt, zij met haar kleren aan, zijn armen hielden haar stevig vast
alsof hij zonder haar niet kon bestaan. Toen ze klaar waren, kleedde hij haar verder uit en droeg
haar naar zijn bed waar ze opnieuw de liefde bedreven, langzamer dit keer, met minder haast. Ze draaide de warme kraan dicht, voelde het koele water door haar gespreide vingers in de
badkuip stromen en moest denken aan haar minnaar. Hij werkte zich haar gedachten binnen, terwijl
ze haar dochtertje inzeepte en het schuim over de tere jonge huid wreef waardoor haar dochtertje
moest lachen. De heftigheid van hun vrijpartijen beangstigde haar af en toe; ze was bang dat ze zou verdwalen
en nooit meer terugkeren. Soms vond ze de volgende dag een duimafdruk op haar dij, een pijnlijk
plekje op haar borst vlakbij de tepel. Een keer hadden haar borsten onder de kleine blauwe plekken
gezeten; ze had ze nauwkeurig bekeken en geteld, dertien in totaal. Zijn atelier was hun speeltuin. Ze bedreven de liefde in elke hoek, op elk oppervlak, tot de
vrouw het idee had dat ze zijn ruimte net zo door en door kende als zijn lichaam. De vrouw werd wakker met haar borst in de mond van haar minnaar. Ze draaide zich naar hem toe en
trok zijn hoofd dichter naar haar lichaam, zodat ze op het laatst zijn hele mond vulde. Ze hadden
urenlang gevrijd, en de geluiden die ze nu maakten waren bedaard, gelijkgestemd, fluisteringen van
onverzadigbare lust, van een honger naar elkaar die op geen enkele manier gestild kon worden. Later was ze opgestaan, hoewel ze hem altijd node uit haar liet glijden, en zag ze dat ze alle twee
onder haar bloed zaten. Ze waste zichzelf en toen maakte ze teder en langzaam zijn lichaam schoon.
Ze keek hoe hij zijn wijnstruik water gaf. Die groeide op de binnenplaats van een gebouw op het van
smog vergeven industrieterrein in de stad. De struik, lang geleden geplant toen het gebied nog een
wijngaard was, kroop omhoog langs de brokkelige bakstenen muur, een tweelingpaar knoestige takken
dat zich over het lattendak van de kleine binnenplaats slingerde. Het verbaasde haar dat de struik
gewoon door bleef groeien in het piepkleine lapje ondervoede stadsaarde. Hij schonk cognac in het kristallen glas, gaf het aan haar en hield toen de fles omhoog en goot de zoete, dikke drank over haar schouders uit. Het vocht stroomde over haar weelderige borsten, door de diepe spleet ertussen, omlaag naar de middellijn van haar lichaam, langs haar navel tot in haar schaamhaar en liet een spoor na op haar huid. Ze lachte en dronk haar glas met één teug leeg voordat ze haar armen naar hem uitstrekte. Hij boog zijn hoofd naar haar van cognac doordrenkte borsten en terwijl hij het goddelijke vocht van haar lichaam likte en zoog, begon de vrouw te huilen. |