< 1 pagina terugbladeren
Languit op haar vertrouwde plekje op het metro rooster lag de vrouw rosé uit de fles te drinken. Met een grimas zette ze die naast zich neer en schold op een elegante jongeman met de allure van een dynamisch staflid. Hij schrok op en sprong in allerijl van het trottoir, en het scheelde niet veel of bus 63 had hem overreden. Dat wekte hilariteit bij de vrouw, die schaterend recht ging zitten. Vanaf de overkant van de straat achter het venster van de bistro raadde hij op haar lippen het woord: 'Jammer!' Het kaderlid wenkte naar de voorbijgangers terwijl hij de dronken vrouw aanwees, die als een klein kind haar dun gezaaide tanden bloot lachte en weer achterover ging liggen. 'Is dat geen schande!' De voorbijgangers haalden hun schouders op en liepen door. De auto's die voor het rode licht stonden, ontnamen hem gedeeltelijk het zicht op de scène. Hij stond op om beter te zien. De vrouw nam nog een slok en stak een sigaret op. Een hollend jongetje struikelde over haar uitgestrekte benen. 'Rot op! kleine lastpost!' De jongen bleef staan en bekeek haar aandachtig. 'Wil je een foto van mij, kwajongen?' 'Je hebt jezelf nog niet bekeken zeker, slet: zei hij, terwijl hij handig de fles ontweek die op de weg uiteenspatte en een stel Duitse toeristen besmeurde die onder het uiten van verwensingen de aftocht bliezen. Nog steeds binnensmonds mopperend strekte de vrouw zich weer uit, met haar hoofd op haar gevouwen arm. 'Winter en zomer is zij daar. De tien jaar dat ik hier werk, zie ik haar daar altijd. Zij hoort bij het decor. Als het te koud is, laat de baas haar koffie of bouillon brengen. Nooit een bedankje, ze zou je nog eerder uitkafferen. In tien jaar tijd is ze niet veranderd, je zou gaan geloven dat het leven op straat je jong houdt. Af en toe pakken de smerissen haar op bij een zuiveringsactie. Twee dagen later is ze daar weer, trouw op haar post. Haar gemeenheid zal haar wel behoeden, de andere zwervers zijn bang voor haar. Ze proberen haar te paaien met monsterflesjes alcohol die ze in de supermarkt hiernaast stelen. Het werkt zolang de fles vol is,' zei de ober, die zijn interesse voor de vrouw had opgemerkt. Gekke klant. Al een week ging hij elke dag op dezelfde plaats zitten, bestelde een karaf, dan nog een, en dan nog een, die hij opdronk zonder zijn ogen af te houden van het trottoir aan de overkant. Het was een jonge, knappe kerel, helemaal niet het soort geilaard dat zich interesseert voor dergelijk uitschot. Ook geen vreemdeling. Kortom, een normale man! Om zich te ontdoen van de kelner bestelde hij nog een halve liter die de ander hem snel bracht. Ongetwijfeld had hij de conversatie hervat als de baas hem van de andere kant van de toog niet geroepen had. 'Maurice, je wordt in de keuken gevraagd.' Toen Maurice vertrokken was, verviel hij weer tot zijn gestaar. Nog steeds uitgestrekt had ze haar benen gevouwen. Zoals elke keer zwol zijn geslacht. Door zijn linnen broekzak heen streelde hij zichzelf. Onder haar armzalige en smerige rok verborg de vrouw een gladgeschoren en rond geslacht, waardoor een dunne rode lijn liep. Dat geslacht obsedeerde hem sinds de dag van vorige week, toen hij stond te wachten op groen licht en alle gelegenheid had om haar aandachtig te bekijken. Nog nooit had het geslacht van een vrouw zo'n effect op hem gehad. De herinnering eraan op elk moment van de dag, waar dan ook, volstond voor hem om ogenblikkelijk een stijve te krijgen. Hij had een fortuin willen geven om haar te kunnen likken, om haar langzaam een beetje te openen. Ze moest een ronde en paarse clitoris hebben, die onder zijn liefkozingen moest zwellen. Hij had het gevoel dat zijn harde geslacht op springen stond. Daar, aan de andere kant van de straat, zocht ze steun tegen het winkelraam om op te staan. Hij gooide een handvol munten op het marmer van het pronktafeltje en haastte zich achter de vrouw aan. Zij stak vorstelijk de boulevard Saint-Germain over in een concert van getoeter en piepende remmen. Onverstoorbaar liep ze met haar slepende pas de rue de l'Odéon in. Ze bleef staan onder een inrijpoort, waar ze rechtop plaste. Nadat ze zich geschud had, ging ze weer op weg. Voor het theater leek ze te aarzelen, toen ging ze links van het gebouwen, stapte een café-tabac* binnen op de hoek van de rue de Vaugirard. Ze kocht een pakje sigaretten en bestelde een wit wijntje. Hij kwam na haar binnen. Toen ze een sigaret uit het pakje nam, gaf hij haar vuur. Ze nam hem slechtgeluimd op, alvorens haar sigaret aan te steken. 'Een halve liter; vroeg hij, terwijl hij zich afwendde. Haar vooral niet afschrikken. 'Trakteer je me op eentje?' vroeg ze. 'Wat drinkt u?' 'Hetzelfde.' 'Ik heb je dacht ik al eens gezien?: Ben jij niet diegene die me begluurt van de overkant van de straat?.. Je vindt me zeker leuk, naar jouw smaak?' zei ze en barstte in obsceen gelach uit. 'Je weet toch dat je niet de eerste zou zijn?.. Mannen, het is ongelooflijk hoe smerig ze zijn! Je hebt mijn kut gezien, nietwaar?.. Krijg je daar een knuppel van, van de pruim van een oude slons als ik?... Kijk, wat heb ik gezegd!... Dames en heren!... ziehier die mooie knaap die een stijve heeft vanwege mijn..' 'Hé, ouwe, hou op met de klant lastig te vallen. Drink je glas leeg en scheer je weg. Ze moesten ze vergassen, al die beesten.' Zonder nadenken stootte hij zijn vuist over de toonbank. De slag raakte de neus van de baas, die begon te krijsen als een varken terwijl hij zijn gezicht vasthield; tussen zijn vingers sijpelde bloed. 'Betaal en laten we maken dat we wegkomen! Ik ken hem, hij gaat de smerissen bellen.' Ze gingen naar buiten achtervolgd door de verwensin gen van de bazin. 'Schurken!... Bandieten!... Moordenaars!...' Buiten adem kwamen ze in de Jardin du Luxembourg aan en ploften op de stoelen bij de Médicis-fontein. 'Zo, kleintje, je hebt hem een flinke mep gegeven. Hij heeft wekenlang een neus zo rood als een tomaat. Waarom heb je dat gedaan?' 'De manier waarop hij tegen u sprak stond me niet aan. 'Dat moet je je niet zo aantrekken, ik ben dat gewend. Heb je een vuurtje?' vroeg ze terwijl ze haar pakje sigaretten tevoorschijn haalde. Ze rookten eventjes in stilte. 'Zeg, ik heb me niet vergist, je gluurt elke dag wel degelijk naar mijn kut, niet?' 'Ja.' 'Bevalt ze je?' 'Meer dan dat.' 'Lijkt het je wat om haar eens rustig te bekijken?' 'Ja: zei hij ademloos met samengeknepen handen. 'Kom dan.' Ze liepen dwars door het park. Achter een struik ligusters in bloei stonden toiletten en een hok waarin de tuinlieden hun gereedschap opborgen. De deur was met een dik hangslot vergrendeld. Uit de zak van haar rok haalde de vrouw een sleutel die perfect in het sleutelgat paste. 'De tuinman laat me hier in ruil voor enkele verwennerijen af en toe slapen. Vooruit, ga naar binnen: Het licht scheen door de kieren van de planken. Op de bodem van aangestampte aarde vormden jutezakken een ligbed, waarop de vrouw zich uitstrekte. Ze tilde onmiddellijk haar rok op en spreidde haar dijen. Haar geslacht werd zichtbaar, blank en mollig. Het verborgen hoekje lichtte er als het ware door op. Hij viel op de knieën. Met tedere en langzame bewegingen opende ze de lippen van haar geslacht; het was vochtig en rood. 'Wil je haar likken?' vroeg ze zacht. 'Ja; zei hij met hese stem. Zijn tong gleed in de romige gleuf en kroop naar boven naar de clitoris die opgericht was als een minipenis. De vrouw kreunde en haar dijen beefden en openden zich nog meer. Hij deed zijn gulp open en trok zijn rood aangelopen geslacht naar buiten en trok zich langzaam af, terwijl zijn tong in de wijd open kut dook. De vrouw kwam klaar met straaltjes vocht die hij wellustig doorslikte. Hij zou het niet lang meer kunnen uithouden. Met besmeurd gezicht richtte hij zich op en boorde zijn lul in het gapende gat en kwam met lange halen klaar. De vrouw kwam opnieuw klaar terwijl ze kreetjes uitstootte. Zonder zich te haasten trok hij zijn kleren weer goed. De vrouw leek te slapen, haar ledematen gespreid, haar kleine-meisjesgeslacht blonk van sperma. In het schemerdonker was ze zo mooi als een kersvers bruidje. Zonder gerucht sloot hij de deur van het hutje. |